Ruth: “God vecht voor me. Ik mag het loslaten.”

[column width=”1/1″ last=”true” title=”” title_type=”single” animation=”none” implicit=”true”]

Ruth is niet haar Nigeriaanse naam, die ze bij haar geboorte kreeg. Het is de naam die ze in Nederland uitkoos. Het verhaal van Ruth uit de bijbel is ook haar verhaal.

Na het overlijden van haar man in Nigeria en alle financiële problemen daarna, verlaat Ruth haar land. Ze komt na een lange reis in Nederland terecht, maar kent hier niemand en moet alles opnieuw opbouwen. Na een aantal jaren in ons land heeft ze een proces verbaal nodig, omdat ze een nieuw paspoort moet aanvragen. Hierbij wordt ze echter gearresteerd en vastgezet in een detentiecentrum. Daar krijgt ze een beroerte. Maar als ze om een arts vraagt, gooien de bewakers haar terug in haar cel en laten haar aan haar lot over. De artsen die haar zien herkennen de beroerte niet. Dit ondanks het feit dat haar mond hangt en ze niet meer kan praten en lopen.

Pas na twee weken is er een arts die Ruth als door God gezonden ervaart. Hij zorgt ervoor dat Ruth – als een crimineel met handen en enkels geboeid in een kooi in een politiewagen – naar het ziekenhuis wordt gebracht. Na de ziekenhuisopname wordt ze teruggebracht naar het detentiecentrum. Ze wordt hier echter niet behandeld, terwijl ze eigenlijk naar een revalidatiecentrum had gemoeten.

Haar steun en toeverlaat Marian neemt Ruth daarna in huis. Zij zorgt voor fysiotherapie en logopedie, zodat Ruth weer opnieuw leert lopen en praten. Marian zorgt er ook voor dat de artsen voor de rechtbank moeten verschijnen. Hier bieden ze Ruth hun excuses aan en vragen wat ze voor haar kunnen doen. Ruth staakt vervolgens de rechtszaak. “Ik hoefde geen compensatie. God heeft me geholpen te overleven, ik hoef alleen maar te vergeven. God vecht voor me, ik mag het loslaten. Ik ben een dankbaar mens. Dankbaar dat ik een dak boven mijn hoofd heb, dat ik gelukkig ben. Ik kijk niet naar de pijn en de hersenschade die ik als gevolg van de beroerte nog dagelijks bemerk, ik kijk naar de genade. Ik heb een geweldige kerk gevonden in Het Open Huis, dat is mijn familie geworden.

Al jaren bak ik thuis elke zondagochtend oliebollen voor de gemeente. Ik sta vroeg op om het deeg, dat ik de avond ervoor heb klaargemaakt, te bakken. Als ik de mensen in mijn kerk zie genieten van mijn oliebollen, dan voel ik me zo gelukkig. Ik mag deel van hen uitmaken! Ik voed Gods kinderen! De kinderen daar noemen me ‘mevrouw Oliebollen’. Als ik me te moe voel om te bakken vraag ik ‘Heer geef me kracht. Ik wil oliebollen bakken. Ik zorg voor Uw kinderen terwijl U voor mijn kinderen in Nigeria zorgt.’ En dan lukt het me weer. Door oliebollen te bakken eer ik God. Het is zo speciaal om de vreugde in mijn hart te voelen. De enige vreugde in mijn hart komt door mijn geloof. Ik werd voor dood achtergelaten in het detentiecentrum, maar er is geen wroeging in mijn hart, alleen maar vrede!”

[/column]

Agenda

Contact

Gedempte Oude Gracht 138
2011 GX Haarlem

Nieuwsbrief
Meld je aan voor de nieuwsbrief.

Bankrekening: NL48 INGB 0655 0985 50
Kamer van Koophandel: 34300579

Geloven in de Stad is een ANBI