René de Graaf: “Het voelde als verloren zijn en weer thuiskomen.”

[column width=”1/1″ last=”true” title=”” title_type=”single” animation=”none” implicit=”true”]

René de Graaf kende een moeilijke jeugd en werd al op z’n negende uit huis geplaatst. Toen hij vier jaar later weer naar huis mocht, ging hij bij zijn broer in een kraakpand wonen. Daar raakte hij verslaafd aan de marihuana en cocaïne. “De hartenpijn is dan heel even weg.”

In het Amsterdamse kindertehuis, waar hij in zijn jeugd verbleef, werd altijd voor het eten gebeden. Op z’n twaalfde kwam hij uit nieuwsgierigheid rond kerst in de Nieuwe Kerk op de Dam. “Het schorriemorrie en de os en ezel zorgden voor de warmte voor Jezus. En ik hoorde bij het schorriemorrie.”

Toen hij later in een kliniek zat is hij een keer met een medecliënt naar de kerk gegaan. “Het ging toen over de verloren zoon. Die medecliënt moest toen huilen, dat was zijn ‘schorriemorrie-moment’. Daarna is het goed met hem gegaan.”

Gelukkig kwam God op latere leeftijd opnieuw in beeld bij René. Hij zat toen een straf van vijf maanden uit, zonder verlof. Wel mocht hij bellen met Susan, zijn ex en de moeder van zijn dochter Ayla. Ze was helemaal overstuur. Er was een inval in haar huis geweest, het huis was nu afgesloten en beiden stonden op straat. René schreef een brief en op zondag vroeg hij de gevangenispredikant om die brief te zegenen. “God zou toch nooit naar mij luisteren.

De volgende ochtend stond de gevangenisdirecteur in mijn cel. ‘Meneer De Graaf,’ zei hij, ‘u krijgt vijf dagen verlof. Ik vertrouw erop dat u terugkomt. Ga naar je dochter en laat haar weten dat je haar vader bent.’ Ja, God heeft het mogelijk gemaakt dat ik bij mijn dochter was. Susan heb ik onder de brug gevonden en bij mijn ouders gebracht. Hierdoor heeft Susan haar dochter weer terug gekregen.” Pas drie maanden later meldde René zich om de rest van zijn tijd uit te zitten.

Later vraagt een andere drugsgebruiker René mee bij zijn werk. “Hij zorgde voor mijn drugs en hierdoor hoefde ik geen diefstallen meer te plegen. Door hem hervond ik mezelf, was ik weer iets waard. Ik hoorde weer ergens bij.” Intussen had René ook weer belangstelling gekregen voor de Bijbel, vooral het Nieuwe Testament.

Als René weer eens verhuist, ziet Johan een kruis in een verhuisdoos. Hij nodigt hem uit bij de Kerk van de Nazarener, waar hij een zeer warm welkom kreeg. “Het voelde als verloren zijn en weer thuiskomen. Dit is wat ik altijd heb gezocht, hier is mijn relatie met Jezus begonnen. Hier ben ik ook gedoopt.

God is mijn Vader. Mijn dochter had in een droom opa gezien. ‘Opa past op jou’, zei ze. Die plek is nu ingenomen door mijn echte Vader.”

[/column]

Agenda

Contact

Gedempte Oude Gracht 138
2011 GX Haarlem

Nieuwsbrief
Meld je aan voor de nieuwsbrief.

Bankrekening: NL48 INGB 0655 0985 50
Kamer van Koophandel: 34300579

Geloven in de Stad is een ANBI