
Dinsdagavond 10 oktober is er in Hillegom een studiebijeenkomst van Christenen voor Israël. Ds. Kees van Velzen zal daar spreken over het thema: Psalm 126 | Die met tranen zaaien zullen met gejuich maaien.
Wie kan zich nog een boer voorstellen die breed zwaaiend over de akker loopt om te zaaien? Bij ons gaat alles grootschalig en machinaal en daardoor zien we nauwelijks wat voor inspanningen er voor nodig zijn in het zaaien, maaien en malen. En als je in de stad woont merk je er helemaal niets van. Elke dag staat er weer brood op tafel, maar waar het vandaan komt, wat voor inspanningen er voor nodig zijn (zaaien, maaien, malen, kneden en bakken) daar staan we helemaal niet bij stil.
Psalm 126 is een pelgrimslied, een lied van de opgang. Het is een lied voor mensen die hun veilige woonplaats hebben verlaten, maar die nog niet in de stad van God zijn gekomen. Mensen op doortocht, beproefd door de woestijn van het leven in de verstrooiing. De tekst is gedicht naar aanleiding van het herstel van Israël uit de ballingschap in Babel. Later werd het volk opnieuw verdreven en nog steeds zijn er Joden die op God hopen en ze zaaien al wenend voort. Er komt echter een tijd van oogsten en dan zal Jeruzalem zich verbazen over de oogst en opspringen van vreugde.
Deze psalm was in 1948 ook een kanshebber voor het volkslied bij Israëls onafhankelijkheid.
Tijdens deze avond in Hillegom is er ook verkoop van producten uit Israël.
Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Psalm 126:5